De Geest bemint de buitenkant

Jodendom in fragmenten

In het Jodendom wordt al vroeg in het menselijke bestaan de relatie tussen leer en lichaam zichtbaar gemaakt. Joodse jongetjes worden al na acht dagen besneden, dat wil zeggen: gemerkt met het Woord. In orthodox-Joodse ziekenhuizen treden de regels voor Sjabbath buiten werking als een patiënt in levensgevaar verkeert.
Het lichaam en de aardse werkelijkheid staan in dit boek centraal; ze vormen het kader van wat de auteur tekstuele spiritualiteit noemt. Wat hem er betreft is er niets tussen hemel en aarde. Niets, zelfs geen iets, laat staan een meer.
Dit boek doet een hartstochtelijke poging om duidelijk te maken waarin het Jodendom als godsdienst uniek is. Het is een levendig en prikkelend essay dat uitgaat van de stelling dat een vruchtbare dialoog tussen de godsdiensten begint met het respecteren van verschillen. De auteur gaat die dialoog aan het hart -als voormalig predikant is hij vertrouwd met de christelijke wereld en haar theologie, als actief bezoeker van een sjoel is hij inmiddels ook diepgaand ingevoerd in de denk- en belevingswereld van het Jodendom. Dat geeft hem als schrijver een unieke positie.
René Süss (1939) deed veel stof opwaaien met zijn proefschrift Luthers theologisch testament – Over de Joden en hun leugens (2006).

19.95